Rob: “Door kanker ben ik een beter mens geworden.”
Toen ik voor de eerste chemo ging, dacht ik: “Dat varkentje wassen we wel even.”
Een nieuw landschap
Rob is net "schoon" verklaard. Hij heeft 6 chemokuren en 6 immunotherapie behandelingen achter de rug. En op 11 maart een PET-scan die geen actieve cellen meer laat zien. Nu volgt de fase van controles. We spreken elkaar een paar weken nadat de behandelingen zijn afgerond. Wat hij deelt, is eerlijk en vol menselijke veerkracht.
Rob is 65 en tot voor kort nooit ziek geweest. Sportief, energiek en heeft in zijn leven geen ziekenhuis van binnen gezien. Tot de diagnose lymfeklierkanker viel. Vanaf dat moment belandde hij in een stroomversnelling. "Binnen een week zat ik van de longocoloog bij de hematoloog. Ik had nog nooit op een operatietafel gelegen."
De eerste chemo
Als hij zich opmaakt voor zijn eerste chemo, voelt hij zich strijdlustig. "Macho als ik ben, dacht ik: dit varkentje gaan we even wassen." Hij neemt zijn laptop mee. Denkt dat hij wel wat werk kan doen. Maar na twee uur ligt hij uitgeput in het ziekenhuisbed. Zijn gezicht wit weggetrokken. “Ik dacht: ik blijf erbij, ik ga gewoon door. Maar mijn lichaam had heel andere plannen.”
Lichaam in overdrive
De behandelingen zijn pittig. Niet alleen door de chemo zelf, maar ook door de medicijnen eromheen. Vooral de prednison grijpt diep in. Rob slikt het niet alleen voorafgaand aan de behandeling, maar ook nog vier dagen erna. “Ik sliep soms maar vier, vijf uur per nacht. Je zit vol adrenaline, alsof je lijf voortdurend ‘aan’ staat.”
En dan komt de terugslag. Zodra de prednison stopt, belandt hij in een fysieke en mentale dip. “Dan lag ik de hele dag plat.” En kreeg ik negatieve gedachten. “Als ik maar niet doodga, ik wil wel mijn kleinkinderen zien opgroeien.”
Hij wil erbij blijven, opa zijn, het leven met hen delen. En zich kunnen verwonderen over hoe ze opgroeien en hun eigen weg vinden.
Tijdens ons gesprek bespreken we ook iets wat Rob nog nooit had gehoord. Dat behandelingen zoals chemo en prednison je zenuwstelsel volledig uit balans kunnen brengen.
Alsof je lichaam het gaspedaal blijft intrappen, zonder dat het ooit op de rem kan. “Ik dacht: die flarden van gedachten komen bij mij vandaan,” zei hij. “Maar jij zei: Nee, dit is je lichaam. Het is compleet ontregeld door de medicijnen.”
Steun van bondgenoten
Als ik vraag aan Rob wat hem heeft geholpen tijdens de behandelingen vertelt hij: Wat helpt, is bewegen. Hij wandelt elke dag wel 10 kilometer. En het contact met twee goede vrienden die ook behandeld worden voor kanker. Zijn bondgenoten. “We wandelen, lunchen, praten over het leven. En ook over de ziekte. Ze gaven me tips die echt hielpen. Wat te doen bijvoorbeeld bij verstopping. Welke middelen verlichting kunnen brengen. Maar vooral: ze snapten waar ik doorheen ging.”
Dat gevoel, dat iets gedeeld mag worden zonder dat het uitgelegd hoeft te worden, is goud waard. En het is precies waarom Rob zijn verhaal wil delen binnen project Niemandsland. "Door jouw posts ben ik gaan nadenken. Waarom laten we dit eigenlijk niet meer zien? Waarom praten we er niet over?"
De kracht van openhartig delen
Wanneer hij zijn schoonverklaring deelt op LinkedIn, is hij overdonderd door de reacties. “Ik had nooit gedacht dat het zo veel zou losmaken. Zoveel mensen die me steunden, ook buiten mijn netwerk. Het was alsof ik iets openbrak.”
Wat hem vooral raakte, waren de onverwachte reacties. Van mensen die hij al jaren niet had gesproken. Van oud-collega’s. Van bekenden die nooit eerder iets hadden laten weten. “Het zijn vaak juist die mensen waarvan je het niet verwacht. Dat is wat het zo menselijk maakt.”
Hij vertelt dat er iets veranderde door die post. Niet alleen in hoe mensen naar hem keken, maar ook in hoe hij naar zichzelf keek. “Het voelde alsof ik mocht landen. Alsof ik mezelf niet meer hoefde te bewijzen. Alleen maar omdat ik eerlijk was geweest.”
Dat moment heeft hem aan het denken gezet. Over de kracht van woorden. Over wat het betekent om zichtbaar te zijn in een kwetsbare fase van je leven. En over hoeveel heling er kan zitten in gedeeld mens-zijn.
Wat mensen nooit echt hebben begrepen over wat het met je doet? Rob noemt een voorbeeld.
Zijn zoon kwam bij hem langs en zei: “Pap, je gaat ervoor.” Waarop Rob antwoordde: “Jij hebt makkelijk praten. Ik moet erdoorheen gaan. En ik weet het ook wel. Maar zo makkelijk als jij het zegt, is het niet.” Zijn zoon haalde zijn schouders op. “Ja, maar pap, wat moet ik anders zeggen?”
Twee weken later kwam hij terug. Hij had iets verkeerds gegeten en liep dagenlang beroerd rond door voedselvergiftiging. Het was maar tijdelijk, maar hij had er flink last van. Toen zei Rob tegen hem: “Je moet er gewoon voor gaan.” Zijn zoon keek hem stil aan. "Pap," zei hij, "ik snap nu wat jij bedoelt."
Sindsdien is het gesprek tussen hen veranderd. Minder goedbedoelde aanmoedigingen, meer echte aandacht. Geen pasklare antwoorden, maar de ruimte om er gewoon te zijn. En dat, zegt Rob, is misschien wel het belangrijkste: dat iemand naast je durft te staan, ook als er geen oplossing is.
Het zijn kleine voorbeelden, maar ze illustreren dat we soms de taal missen om er echt te zijn voor iemand. We weten helemaal niet wat we moeten zeggen. En Rob begrijpt dat. “Het is best eenvoudig: "Je kunt ook gewoon vragen: wil je erover praten? Of liever niet?”
Een beter mens
Wat Rob meeneemt uit dit traject van kankerbehandelingen is het verlangen om iets toe te voegen aan het geheel. “Ik denk dat ik een beter mens ben geworden. Ik wil anderen helpen. Al is het maar met iets kleins. De weg wijzen in het ziekenhuis of een praatje maken.
Hij wil niet coachen of grote verhalen vertellen. Wat hij wil, is iets betekenen op een manier die bij hem past. “Als ik naast iemand mag zitten die wacht op een uitslag, of iemand even kan helpen oriënteren op de afdeling, dan is dat voor mij al genoeg.” Door deze ervaring ga je minder bezig zijn met jezelf. Je gaat meer denken aan het geheel en anderen.
Hij volgt momenteel een reintegratie traject bij het Toon Hermans Huis. En overweegt zich aan te melden bij het IPSO-huis als vrijwilliger. Omdat hij weet hoe het is om in niemandsland te staan. Omdat het al genoeg is dat je zelf elke dag moet dealen met wat er is. Dan is het fijn als een ander niet wegkijkt. “En dan is het fijn als er iemand is die niet schrikt van je verhaal.”
Project Niemandsland
Project Niemandsland gaat over de tussenruimte. Over het leven ná de behandelingen, als de stilte valt maar het leven nog niet vanzelf spreekt. Het is een beweging die ruimte maakt voor verhalen die niet passen in de hokjes van held of patiënt.
De mensen die ik, Eva, interview, zoals Rob, zijn onderdeel van een groeiende beweging van stemmen die zichtbaar maken wat er écht gebeurt voorbij de behandelkamer. Niet als held, niet als slachtoffer, maar als mens. Rob deelt hoe het is om je lichaam en geest te verliezen aan de behandeling, om opnieuw je plek in te nemen in het leven en je verhaal te hervinden. Zijn openheid laat zien wat er kan ontstaan als we durven delen: meer begrip, meer verbinding, en soms zelfs een nieuw begin.
Rob is een van de ruim 900.000 mensen in Nederland die leven met of na een kankerdiagnose. Zijn verhaal laat zien hoe rauw én waardevol het kan zijn om je leven opnieuw vorm te geven, met minder houvast en meer vertrouwen. Hoe aanvaarding richting geeft aan werk, keuzes en betekenisvol leven.
Project Niemandsland is geen platform voor lotgenoten, maar een maatschappelijke beweging. Een uitnodiging aan werkgevers, collega’s, beleidsmakers en familieleden om het gesprek aan te gaan. Niet over ziekte, maar over leven. Hoe hervind je jezelf, fysiek, mentaal, in werk en relaties? En wat is er nodig om weer ruimte te voelen voor vertrouwen, verbinding en betekenis?
Wil je deel uitmaken van Project Niemandsland en deze verhalen blijven ontvangen? Elke zondag deel ik een nieuw verhaal van een bondgenoot. Omdat de verhalen van anderen ons laten zien dat we niet alleen zijn. En soms is weten dat deze ervaringen bestaan genoeg om je eigen weg weer te vinden.
Misschien is het een idee…
Ben je bezig met een campagne, project of missie die diepgang verdient? En wil je ontdekken hoe je verhalen inzet die verbinden én zichtbaarheid geven aan onderwerpen die lastig bespreekbaar zijn, maar wél waardevol zodat je de maatschappelijke verandering in gang zet die nodig is?