Wat Patricia ontdekte in Niemandsland toen ze haar harnas aflegde
Ik spreek Patricia Richards op een donderdagochtend in februari. Ze oogt warm, vriendelijk, een vrouw die altijd heeft geleefd voor anderen. Maar achter haar open blik schuilt een diepe reis: een zoektocht die begon toen ze, na ruim 32 jaar in de zorg te hebben gewerkt, niet meer kon doen wat haar identiteit jarenlang had bepaald.
Toen haar lichaam haar tot stilstand dwong, begon een andere uitdaging. Niet alleen weer "beter worden" van borstkanker, maar vooral het verlies aanvaarden van haar oude zelf. Patricia leerde met en na kanker leven met de vraag: wie ben ik als ik niet meer de rots in de branding ben?
Het leven is niet maakbaar en dat doet pijn
Wat als je wél alles goed deed?
Wat als je op tijd rust nam, je trauma’s aankeek, je voeding aanpaste, positief dacht en tóch ziek werd?
In een wereld waarin alles maakbaar lijkt, is dat moeilijk te verdragen. Deze blog gaat over dat ongemak. Over kanker, controle, en de hoop op een verklaring.
Maar vooral over wat ik leerde, toen het leven ineens geen zin meer leek te hebben. En hoe ik opnieuw begon, zonder zekerheid, maar mét betekenis.
Ronald geeft woorden aan wat mannen meestal verzwijgen, over leven na kanker, en wat het écht betekent om sterk te zijn
Toen Ronald Sluiter geconfronteerd werd met kanker, viel zijn leven stil. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal: wie ben je nog als je lichaam je in de steek laat?
En wat laat je zien aan je omgeving, aan je kind, je partner, je collega’s, als kwetsbaarheid geen ruimte lijkt te hebben?
In een wereld die van mannen verwacht dat ze sterk, stabiel en onaantastbaar zijn, koos Ronald voor een ander pad.
Ik ben Evelien, niet alleen kankerpatiënt, maar ook moeder, collega én jurist.
Een PET-scan, een masterdiploma en een werkgever die haar nooit als patiënt zag. Evelien kreeg borstkanker, maar bleef in beweging, met haar kinderen, haar werk en haar geloof als ankers. Dit is haar verhaal over verantwoordelijkheid, vertrouwen en de kracht van kleine overwinningen.
Karin dacht dat ze alles kwijt was na kanker. Maar toen vond ze zichzelf
Voordat Karin kanker kreeg, leefde ze ‘in dienst van anderen’. Ze was een rasechte pleaser. Haar vader was al een aantal jaren ziek door blaaskanker en naast de zorg voor haar eigen gezin stond ze ook altijd klaar voor haar ouders.
"Als mijn vader een slechte dag had of mijn moeder zich minder voelde, sprong ik in." Ik voelde me verantwoordelijk voor hun welzijn. Alsof ik, door voor hen te zorgen, iets goed kon maken. Maar goed voor mezelf zorgen? "Daar stond ik niet eens bij stil."
"Ik weet echt niet wat ik moet zeggen." Over de kloof tussen kanker en de buitenwereld.
"Mensen die in de supermarkt hun buurvrouw zien, de vrouw die kanker heeft gehad en dan hup dat gangpad met de cup-a-soep induiken. "Doen alsof je haar niet ziet, gewoon omdat je geen idee hebt wat je moet zeggen."
Eva Striep is verpleegkundige in op de oncologieafdeling in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Ze werkt dagelijks met mensen die ongeneeslijk ziek zijn of zich in de nasleep van kanker bevinden. Ze heeft een grote rol in palliatieve en terminale zorg en staat iedere dag dicht bij de dood. Ze ziet wat het met patiënten doet, maar vooral ook hoe de buitenwereld ermee omgaat, of beter gezegd, er juist niet mee omgaat.
Twee keer kanker, twee keer opnieuw starten: Hoe veerkracht en kwetsbaarheid samenkomen
In gesprek met Wim van der Mark, die tot twee keer toe kanker heeft gehad, vertelt hij hoe deze ziekte niet alleen zijn lichaam, maar ook zijn kijk op het leven veranderde. Hij deelt over zijn verzet en acceptatie van de ziekte en de effecten.
Het verlies van een oude identiteit en het vinden van een nieuwe manier van leven. Hoe hij leerde omgaan met de leegte na zijn diagnose en waarom verbinding de krachtigste verandering in zijn leven werd.
"No one can promise you tomorrow, waarom juist dát besef je leven verandert.
In gesprek met Harry Verbunt ontdekken we hoe leven met kanker niet alleen gaat over overleven, maar over regie nemen. Over keuzes maken in je zorgtraject, mentale lenigheid en waarom de patiënt écht centraal moet staan.
Waarom ik nog steeds aan die rode duivel denk, bijna 10 jaar later
Ze doet haar handschoenen aan, heel zorgvuldig. Ze opent de doos, en ik zie een zak vloeistof met een zwart-wit doodskop.
Echt zo'n moment dat je denkt: “What the hell is dit, dit is echt bloedserieus.”
Ze pakt de zak eruit en vraagt: "U bent E.A. Visser, geboren op 10-02-1976?"
"Ja, dat ben ik," zeg ik tot 4 x terwijl ik sterk probeer te blijven. Ik voel me allesbehalve sterk.
Ik voel me als een schaap dat naar het slachthuis wordt gebracht.
Dit is waarom het geen zin heeft om te zoeken naar de schuldige van kanker
Sommigen zeggen dat boosheid de oorzaak is van kanker.
Anderen geloven dat het komt doordat je niet je zielspad volgt.
Weer anderen zeggen dat het gewoon pech is.
Misschien hebben al deze mensen gelijk.
Misschien hebben ze allemaal ongelijk.
Maar doet het er echt toe?