Wat Patricia ontdekte in Niemandsland toen ze haar harnas aflegde
"Ik lag daar, aan mijn chemo'tje en vond iedereen om me heen zielig. En dan zei mijn man: “Patrice, bij jou loopt ook chemo je vaten binnen.” En ik dacht: ja ja, klopt, maar bij mij is het prophylactisch."
Ik spreek Patricia Richards op een donderdagochtend in februari. Ze oogt warm, vriendelijk, een vrouw die altijd heeft geleefd voor anderen. Maar achter haar open blik schuilt een diepe reis: een zoektocht die begon toen ze, na ruim 32 jaar in de zorg te hebben gewerkt, niet meer kon doen wat haar identiteit jarenlang had bepaald.
Toen haar lichaam haar tot stilstand dwong, begon een andere uitdaging. Niet alleen weer "beter worden" van borstkanker, maar vooral het verlies aanvaarden van haar oude zelf. Patricia leerde met en na kanker leven met de vraag: wie ben ik als ik niet meer de rots in de branding ben?
De echte schok: Niet alleen kanker, maar het verlies van wie je denkt te zijn
Toen Patricia hoorde dat ze borstkanker had, leek de behandeling overzichtelijk: een amputatie met reconstructie en nabehandeling met alleen anti-hormoontherapie. Er waren geen uitzaaiingen. In haar hoofd was het een kwestie van ondergaan en weer door. Maar het leven had andere plannen.
Na de operatie stond de chirurg aan haar bed. "Mevrouw Richards, ik heb niet zo'n goed nieuws," zei ze. "We hebben toch iets gevonden in de poortwachtersklier." De woorden sloegen in als een bom. Patricia was kotsmisselijk van angst. De tranen stroomden over haar wangen.
"Ik vind het zo erg voor je," zei de chirurg. "Dit had ik zelf ook niet aan zien komen." Ze probeerde Patricia gerust te stellen, maar niets kwam nog binnen. In Patricia's hoofd raasden alleen nog vragen: Waar zit het dan nog? Zit het al in mijn organen? In mijn longen?
Ze wist te veel. Door haar werk in de zorg kende ze de harde realiteit van kanker. Ze kende de beelden. Ze had gezien hoe haar vader bezweek aan een uitgezaaide longcarcinoom. Die kennis, ooit haar kracht, werd nu haar angst.
En toch, midden in die chaos, dacht Patricia niet eens in de eerste plaats aan zichzelf. Haar eerste zorgen gingen naar haar man en zoon. “Hoe moeten ze verder zonder mij?"
Nog pijnlijker dan haar eigen angst, was het moment waarop ze, in haar ziekenhuisbed, de gezichten van haar gezin zag. "Ze waren al op de hoogte gebracht," vertelt Patricia. "Mijn zoon viel snikkend over me heen."
En ik kon hem niet troosten. Ik kon alleen maar over zijn haren wrijven en fluisteren: 'Het komt goed jongen, het komt goed.' Terwijl een stemmetje diep van binnen fluisterde: “Als ik maar niet dood ga. Als ik maar op tijd erbij ben. Als ze het maar kunnen behandelen.”
Het was niet alleen de lichamelijke uitputting die haar onderuit haalde. Het was vooral de mentale strijd: het besef dat ze geen grip had op wat haar overkwam, geen mogelijkheid om dit te ‘regelen’ zoals ze alles in haar leven altijd had geregeld.
Niet meer de verzorgende, de moeder, de collega die alles onder controle hield.
Voor het eerst werd de pijn zichtbaar. Letterlijk, in haar veranderende lichaam. En figuurlijk: in haar ogen, haar blik, haar manier van lopen. "Ik schaamde me," zegt Patricia. "Ik wilde niet dat mensen zagen dat ik ziek was." "Dat ik niet meer de sterke Patricia was."
De eerste barstjes in haar harnas
In het begin verzette Patricia zich tegen haar kwetsbaarheid. Ze probeerde haar oude leven te hervatten, alsof ze het kon ‘uitzitten’ tot het beter werd. Maar haar lichaam werkte niet mee.
De paniekaanvallen kwamen onverwacht. De schaamte om wat zichtbaar was, haar veranderende lichaam, haar verlies aan kracht, vrat zich langzaam naar binnen. En langzaam sijpelden ook de depressieve gevoelens haar leven binnen.
Haar oude manieren om met pijn om te gaan, groot blijven, zorgen, dragen, schoten tekort.
Op aanraden van haar oncoloog stapte Patricia binnen bij een maatschappelijk werker. Aanvankelijk schoorvoetend, meer uit plichtsbesef dan uit verlangen.
Tot die ene vraag kwam die haar stilzette: "Wie is Patricia, als je niet meer voor anderen zorgt?" Het was alsof iemand recht tegen haar harnas had aangetikt, precies daar waar het al begon te scheuren.
Voor het eerst durfde Patricia toe te geven dat ze het antwoord niet wist. Niet met haar hoofd. Niet met de stoere woorden die ze altijd gebruikte om zichzelf op de been te houden. Alleen met de rauwheid van haar hart.
In die stilte, tussen weten en niet-weten, begon langzaam iets nieuws te groeien. Niet gebouwd op controle of kracht, maar op zachtheid. Op het besef dat ze niet hoefde te vechten om waardering, niet hoefde te presteren om liefde waard te zijn.
In Niemandsland: groeien in het niet-weten
Met elke behandeling verdween een stukje van het oude leven dat ze had opgebouwd. Haar werk in de zorg, waar ze meer dan 32 jaar liefdevol had gewerkt, verdween. Haar rol als de rots in de branding begon te wankelen.
En tegelijk wist ze niet wie ze nog was zonder al die rollen.
"Ik was alleen nog maar bezig met: hoe red ik mijn man en mijn zoon zonder mij?" Niet eens: “hoe red ik mezelf?" Ze probeerde alles in zichzelf te houden, net zolang tot het niet meer ging. Ze kwam in een revalidatietraject, kreeg begeleiding van een psycholoog.
Daar, in dat niemandsland van verlies en onzekerheid, begon Patricia voorzichtig haar nieuwe zelf te verkennen. Niet meer gebaseerd op geven en dragen, maar op zijn en voelen.
De weg vooruit: zachtheid en overgave
Langzaam begon Patricia een nieuwe kracht te vinden. Niet de kracht van altijd maar doorgaan en zorgen voor anderen, maar de kracht van stilstaan. Niet de kracht van dragen, maar die van ontvangen.
Een van de momenten waarop dat voelbaar werd, was toen haar zoon Bryan thuis kwam, kort nadat Patricia op 27 januari had gehoord dat ze kankervrij was.
"Ik stond te koken toen hij thuiskwam." Hij is een beer van een vent, bijna 1,90 meter. En hij viel gewoon over me heen. Huilend. "Zoveel emotie,” vertelt Patricia. “Hij zei: ‘Eindelijk mam, eindelijk kunnen we het boek sluiten.’"
In die omhelzing brak er iets open. Niet alleen bij Bryan, maar ook bij haarzelf.
“Hij zei dat hij trots op me was." En ik kon dat echt ontvangen. Dat ik dát toeliet, zijn trots, zijn erkenning, dat was nieuw voor mij. Vroeger hield ik me groot. "Nu kon ik zijn liefde gewoon binnenlaten, zonder weg te lachen of kleiner te maken.”
Voor het eerst voelde Patricia dat kracht niet langer betekende alles dragen, maar durven toelaten wat er ís: liefde, verdriet, trots, hoop.
Betekenis vinden in menselijkheid
Ook haar blik op de toekomst verandert. Ze denkt na over vrijwilligerswerk, maar niet zomaar koffie drinken of wat gezelligheid brengen. Patricia wil haar ervaring, kennis en menselijkheid inzetten om anderen te begeleiden in hun herstelproces.
"Ik weet hoe ik moet omgaan met verdriet, angst, gedragsproblemen," zegt ze. "Dat was altijd mijn werk, en daar ben ik verdomd goed in."
Voor Patricia gaat betekenis nu niet meer over presteren of bewijzen dat je ertoe doet. Het gaat over écht verbinden. Over menselijkheid terugbrengen op plekken waar die vaak verloren raakt. "Als ik één iemand kan raken, is dat genoeg," zegt ze.
Patricia leeft nu met de wetenschap dat echte kracht niet betekent dat je je groot houdt, maar dat je de moed hebt om te voelen. En om anderen te ontmoeten, precies daar waar ze zijn.
Daarin ligt niet alleen haar eigen heling besloten, maar ook haar bijdrage aan iets groters: een samenleving waarin erkenning, zachtheid en menselijkheid weer ruimte krijgen.
Project Niemandsland
Project Niemandsland gaat over de tussenruimte. Over het leven ná de behandelingen, als de stilte valt maar het leven nog niet vanzelf spreekt. Het is een beweging die ruimte maakt voor verhalen die niet passen in de hokjes van held of patiënt.
De mensen die ik interview, zoals Patricia, zijn onderdeel van een groeiende beweging van stemmen die laten zien wat er écht gebeurt voorbij de behandelkamer. Niet als held, niet als slachtoffer, maar als mens. Met verhalen die ruimte maken voor openhartigheid, veerkracht en hoop.
Patricia is een van de ruim 900.000 mensen in Nederland die leven met of na een kankerdiagnose. Haar verhaal laat zien hoe rauw én waardevol het kan zijn om je leven opnieuw vorm te geven, als je bestaansrecht niet meer vastzit aan zorgen, maar aan zijn. Hoe overgave richting geeft aan herstel, verbinding en betekenisvol leven.
Project Niemandsland is geen platform voor lotgenoten, maar een maatschappelijke beweging. Een uitnodiging aan werkgevers, collega’s, beleidsmakers en familieleden om het gesprek aan te gaan. Niet over ziekte, maar over leven. Hoe hervind je jezelf, fysiek, mentaal, in werk en relaties? En wat is er nodig om weer ruimte te voelen voor vertrouwen, verbinding en betekenis?
Wil je deel uitmaken van Project Niemandsland en deze verhalen blijven ontvangen?
Elke zondag deel ik een nieuw verhaal van een bondgenoot. Omdat de verhalen van anderen ons laten zien dat we niet alleen zijn. En soms is weten dat deze ervaringen bestaan genoeg om je eigen weg weer te vinden.
Misschien is het een idee…
…om te kijken hoe jouw organisatie meer menselijkheid en nuance kan brengen in wat jullie zichtbaar maken. Ben je bezig met een campagne, project of missie die diepgang verdient?
En wil je ontdekken hoe je verhalen inzet die verbinden én zichtbaarheid geven aan onderwerpen die lastig bespreekbaar zijn, maar wél waardevol zodat je de maatschappelijke verandering in gang zet die nodig is?